Op de drempel

Esmonique de wei inIk zie haar zo weer staan. Stilletjes kijkt ze naar buiten, terwijl ze voor de drempel staat. Haar haren wapperend in het briesje dat naar binnen komt. Verlangend kijkt ze naar buiten. Daar waar haar vriendinnen genieten van het zonnetje en de blauwe lucht. Uren staat ze voor de drempel, te staren naar de rest.

Ze was net verhuisd. Ze moest nog een beetje wennen aan haar nieuwe huisgenootjes, al die grote koeien. Haar tijd kwam ook bijna, over een paar weken zou ze moeder worden van haar eerste kalfje. Nu was ze ook groot genoeg om naar buiten te mogen. Groot genoeg om te snappen dat je netjes achter die witte draadjes moet blijven en het groene, kriebelende spul kunt eten. De wijde wereld buiten de stal verkennen. Maar Esmonique had één probleem, ze durft niet. Waar al haar leeftijdsgenootjes lustig naar buiten stappen zo gauw de deuren open gaan staat Esmonique maar voor de drempel. Soms buitgt ze zich voorover. Zó ver dat ze bijna omvalt. Soms heeft ze iets meer moed, zet ze haar poot op de drempel en kan ze nog verder naar buiten kijken. Maar nee, naar buiten, over die drempel heen, dat durft ze niet. En zo staat Esmonique al weken alleen in de stal, starend naar haar soortgenoten in dat heerlijke, groene gras.

Alles hebben we geprobeerd. Liefdevol fluisteren, ineens laten schrikken, vermanend toespreken, duwen, trekken en heel hard bléren. Maar nee hoor, Esmonique verzet geen stap. Samen bedachten we plannetjes hoe we haar zover konden krijgen. Wat als we haar aan haar moeder vastknopen? Dan moet ze wel. Of wat als we eens met de hele familie tegelijk duwen?

Maar op een dag, waren we haar kwijt. De hele stal was leeg. Zelfs na twee keer kijken was er geen koe te bekennen. Zou ze dan echt..? Snel renden we naar buiten. Midden in een grote groep moet koeien lag daar een wit, stoer koetje. Onze Esmonique! Heerlijk herkauwend ligt ze tussen al haar vriendinnetjes in het groene gras. Genietend van het zonnetje. Alsof ze nooit anders gedaan heeft… Sinds die dag staat ze elke morgen na het melken, samen met alle andere te wachten tot de deur open gaat en zij mag genieten van het zonlicht op haar witte lijf.

Ik herken mijzelf wel in onze Esmonique. Hoe vaak staan wij niet op de drempel van iets nieuws? Hoe vaak houd ik alles niet liever bij het oude, blijf ik liever binnen in mijn eigen, vertrouwde ‘stal’. Zo vaak blijven we maar staren naar alle andere die wel over de drempel durven. Denk deze zomer eens aan Esmonique. Stap over je veilige drempel naar buiten. Leef je dromen. Het is het waard, vraag maar aan Esmonique!

Sanne van de Kamp
Mei 2012