Het grote voordeel van een boerderij; er zijn dieren genoeg om namen te verzinnen. Als onze beestenboel weer eens uitbreidt wordt er ter plekke een naam bedacht. Meestal het meest belachelijke dat een van de familieleden roept.
Zo ging onze grote grijs/witte kater door het leven als de burgemeester en hadden we om een nog onbekende reden twee lammetjes genaamd Purk en Turk. Koe Loser kwam aan zijn naam omdat mijn vader de weddenschap verloor; de moeder van Loser kalfde inderdaad wél dat weekend zoals ik zei (ha!). Stieren Dinozo en Gibs stammen uit de tijd dat wij fervent NCIS-kijkers waren. Brutus is een enorm klein, onhandig Nubisch geitenlammetje. Lappie is het stiertje dat geboren werd toen wij op vakantie waren in Lapland. Geit Josje is vernoemd naar de stageloper. Stier Franciscus werd geboren toen onze nieuwe paus aangesteld was en Joekeltje is onze Jack Russel met grootheidswaanzin.
En soms, soms is er zo’n babyboom aan kalfjes, poesjes, geitjes en parkieten dat onze inspiratie op is en de beesten gewoon onder de naam ‘poespoes, weelder 5172 of ‘die kleine’ het leven doorgaan. Suggesties zijn welkom..
april 2015
Sanne van Raalte