12 jaar geleden kwam hij op boerderij Weelderen. Samen met twee kennissen mag ik naar de paardenmarkt, op zoek naar een shetlandertje voor mijn kleine zusje Marleen. Na het bekijken van heel wat pony’s kopen we Parel. Een schattige klein zwart pony’tje, formaat shetlander. Een merrie. Zo denken we, tot ik het paspoort hardop voorlees als we met onze nieuwe aanwinst naar de auto lopen en er ‘hengst’ in blijkt te staan. Na een kleine check is het niet missen: er is niets merrie-achtigs aan dit kleine mannetje. Gelukkig wel gecastreerd, aldus kennis 1. Ach, ruin of merrie, wat maakt het ook uit.
We kopen enthousiast een shetlandzadeltje, maar Pareltje groeit maar door. Met zijn inmiddels 1.46 meter is hij geen shetlander meer te noemen. Nadat onze nieuwe vriend een jaar lang –samen met een merrie!- in de wei loopt, komen we er ook achter dat ons Pareltje nog wel erg veel bal heeft voor een ruin. Dus een kleine ingreep –hakkie, takkie, weg zakkie- volgt om kleine Pareltjes te voorkomen. En Parel? Die vind het allemaal wel prima, zolang hij zijn eten maar krijgt. En als dat niet helemaal naar zijn zin is regelt hij het zelf wel. Hij heeft al heel wat koeienbrok, geitenbrok, kilo’s eikels en alles wat ook enigszins eetbaar oogt naar binnen gewerkt. Met zijn ijzeren ingewanden kan Parel alles hebben. Eén keer vonden we hem plat liggend in de stal en dachten we dat hij dood is. Hij blijkt gewoon aan het uitbuiken te zijn van de hele zak brok die hij op heeft gegeten. Geen probleem voor onze vreetzak.
Als onze Parel oud genoeg is beleren we hem voor de kar en onder het zadel. Lees: je hangt er een kar achter of gaat er op zitten en rijdt weg. Niet alleen wij maken gretig gebruik van onze goedzak, hij heeft al heel wat mensen geholpen bij het halen van hun menbewijs, menig zwarte piet rondgereden in de sinterklaasintocht en heel wat ringsteekrondes gemaakt. Tientallen mensen, van 5 maanden tot 50+ hebben wel eens een rondje op zijn rug gereden en met z’n drieën tegelijk pas je ook prima op zijn brede rug. Die Parel doet zijn naam absoluut eer aan.
Zo nu en dan kan ik hem wel vermoorden. Zo ben ik eens de les uitgestuurd omdat Parel te uitgeput is, ik ben tenslotte ook al over de weg (7km) naar de manege gereden. Het was geloof ik de enige keer dat ik van woede heb gehuild toen de ‘doodvermoeide’ Parel het liefst in zware galop naar huis sprintte toen ik de manegedam afkwam. Onze zwarte lobbes is de overtreffende trap van lui, maar op de terugweg naar huis, als hij zijn brok ruikt, blijkt hij op onverklaarbare wijze ineens wel harder te kunnen.
Natuurlijk hebben we ook wat penibele situaties meegemaakt met onze eerste pony. Zo ploefte onze jongere Parel nog wel eens over het lamoen heen (datgene waar hij voor de kar tussenstaat), schudde onder het rijden zo zijn hoofdstel af, vergaten we bij Marleens eerste rondje op zijn rug zijn zadel goed aan te singelen waardoor ze eraf viel en heb ik hem een keer uit een halve jerrycan moeten zagen waar hij op was gaan staan. En Parel zelf? Die blijft er cool onder en is er nog nooit in zijn leven vandoor gegaan voor de kar. Ik denk ook dat hij dat verspilde moeite van zijn kostbare energie vindt.
Parel heeft heel wat paarden helpen beleren. Onze coole kikker is nergens bang voor een sjokt rustig door. Rondjes door de manegebak rijden vindt hij dodelijk saai, lekker door het dorp rijden is meer zijn ding. In het tweespan is hij op zijn best, de slimmerd loopt net een tikkeltjes zachter dan zijn medespangenoot zodat hij de kar niet hoeft te trekken en lekker kan lopen sloffen. Met Parel voor de kar rijden we onze eerste wedstrijdjes en heel wat edities van de kerstindoor, waarbij ik nog wel eens tegen de muur op bots of finaal over kegels heenga. Maar trouwe Parel maakt het niets, als hij maar niet te hard hoeft. Maarja, met de jaren groeien de ambities en willen wij zo nu en dan wel eens wat harder, net wat sneller en net wat wendbaarder. En dat zijn de dingen waar je onze logge vent niet zo blij mee maakt. Dus zo ongemerkt staat Parel steeds vaker in de wei. Komt er nog wel uit voor zijn brok uiteraard, een ritje hier en een ommetje daar. Maarja, een groot deel van de tijd staat hij daar maar, onze knuffelkont. Inmiddels hoort Parel zo ongeveer bij het interieur, dus die zet je niet zomaar buiten de deur, maarja dit is ook niet helemaal het leven dat je onze goedzak gunt. En nu diende dé ideale baan voor onze Parel zich aan. Geen zorgboerderij of kinderboerderij waar wij aan zitten te denken, maar iets nog veel mooiers. Parel gaat aan de slag voor het huifbed. Samen met een andere pony voor de kar, waarbij gehandicapten op een bed op de ruggen van de paarden liggen. Mooie ritjes maken, rustig stappend door het bos. De perfecte baan voor onze brave luilak, en ik kan je verzekeren, er ligt niets zachter dan die dikke billen van onze Parel.
Dus daarom zwaaien we je nu uit, met een brok in ons keel, dag trouwe makker, dag lieve Parel!